Saturday, February 5, 2011

Esther Vergeer Madiwodovrijdagshow Paul de Leeuw @ Dutch Babes

 
Esther Vergeer in de Madiwodovrijdagshow van Paul de Leeuw op dinsdag 1 februari 2011.
 
De vrouw die al haar tegenstanders vernederde tijdens de Australian Open. Haar carrière gaat nog steeds op rolletjes: Esther Vergeer!

Paul de Leeuw had nog een verrassing voor Dutch Babe Esther Vergeer, een naakt foto van Esther in een rolstoel voor een populair magazine.
Rolstoeltennisster Esther Vergeer heeft opnieuw de titel veroverd bij de Australian Open in Melbourne.

Sinds 2002 heeft ze elk jaar het enkelspel gewonnen, behalve in 2005.
De als eerste geplaatste Nederlandse speelster liet haar Australische tgenstander Daniela Di Toro kansloos in de finale. Vergeer won de partij gemakkelijk met 6-0 6-0.
De 29-jarige inwoonster van Woerden bezet sinds 1998 onafgebroken de eerste plaats op de wereldranglijst in het rolstoeltennis. Ze is ook vijfvoudig Paralympisch kampioen.
Esther Vergeer (Woerden, 18 juli 1981) is een Nederlands rolstoeltennisster en voormalig rolstoelbasketbalster die anno 2011 sinds 1998 onafgebroken de eerste plaats op de wereldranglijst in het rolstoeltennis bezet. Ze is bovendien ongeslagen in het enkelspel sinds januari 2003. Vergeer is vijfvoudig Paralympisch kampioen op het onderdeel tennis, werd vijf maal verkozen tot gehandicapte sporter van het jaar en won de Laureus World Sports Awards in 2002 en 2008.
Tot haar zesde jaar was Vergeer een gezond meisje. Op 21 maart 1988 veranderde haar leven compleet tijdens een zwemles. Na een aantal meter onder water te hebben gezwommen, werd ze duizelig. Ze maakte nog een aantal baantjes af, maar vroeg toen ze uit het bad kwam wat rust aan haar zwemleraar. Twee minuten later raakte ze bewusteloos.
Vergeer werd naar het ziekenhuis gebracht, waar werd besloten dat ze haar daar niet konden helpen, waarna ze met spoed naar het Academisch Ziekenhuis Utrecht werd gebracht. Na een scan werd er geconstateerd dat ze een vocht- of bloedophoping in haar hersenen had, met als gevolg dat ze direct geopereerd diende te worden. Met een in haar hoofd geplaatste drain werd het bloed afgevoerd. Zes weken na de operatie mocht ze (toen nog lopend) op 30 april weer naar huis.
Op 16 juni 1989 na wederom gezwommen te hebben kreeg ze weer last van hoofdpijn, druk achter de ogen en pijn in haar nek. Het leek dezelfde kant op te gaan, maar in het ziekenhuis kon men niets vreemds vinden. Twee dagen later mocht ze dan ook weer naar huis.
Eind oktober 1989 traden er klachten op in de liesstreek. Waar het vandaan kwam kon niemand vertellen. Het enige wat de huisarts kon doen was haar doorsturen naar het ziekenhuis om een ruggenprik te halen. Als gevolg van de prik werd ze zodanig ziek dat ze daar diende te blijven. Toen ze tijdens de feestdagen huiswaarts was gekeerd om die te vieren ging het helemaal mis. Ze kreeg een soort hersenbloeding en moest opnieuw direct geopereerd worden.
Eindelijk werd er duidelijk wat er met Vergeer aan de hand was. Een bloedvatenafwijking rondom haar ruggenmerg bleek de oorzaak te zijn. De bloedvaten bleken zo zwak dat ze spontaan konden springen. Zo geschiedde ten tijde van de hersenbloeding. Om een nieuwe hersenbloeding te voorkomen diende ze een risicovolle operatie te ondergaan, maar een keus had ze niet. Op 15 januari 1990 werd ze negen uur lang geopereerd.
Na de operatie kwam men er achter dat haar benen niet meer 100% werkten. Een week lang diende ze op haar buik te liggen, maar herstelde enigszins en keerde begin maart een weekje naar huis om daarna een nieuwe operatie te ondergaan op 19 maart. De operatie was geslaagd, maar lopen zat er niet meer in en ze zou de rest van haar leven moeten doorbrengen in een rolstoel.
Het herstel na haar ziekenhuisbezoek ging via een revalidatiecentrum, waar een optimaal resultaat geboekt diende te worden. Een van de onderdelen in haar revalidatieprogramma was sport. Op die manier kon ze al spelenderwijs gewend raken aan haar rolstoel. Ze hield zich bezig met sporten als tafeltennis, zitvolleybal, basketbal en tennis. De twee laatstgenoemde sporten sprongen er voor haar dusdanig bovenuit dat ze besloot zich daarop te richten.
Op zoek naar een club waar ze aan rolstoelbasketbal kon doen kwam ze terecht bij Springers in Gouda. Nadat ze twee jaar met de sport bezig was werd ze uitgenodigd om in het Nederlands jeugdteam te komen spelen. Meer trainen was het gevolg, en daarom zou het beter zijn een andere club uit te zoeken. Dit werd de club Antilope in Utrecht, een van de topclubs in Nederland. Na twee seizoenen in het jeugdteam van Antilope kwam er opnieuw een uitnodiging, ditmaal voor het Nederlands damesrolstoelbasketbalteam.
Eenmaal bij het Nederlands team mocht ze mee naar een toernooi in Duitsland. Daar bleek echter dat ze het hoge niveau nog niet aankon. Na een korte pauze, vanwege een drukke tijd begon ze weer met trainen en werd ze in 1997 opnieuw gevraagd om in het nationale team mee te spelen. Ondanks dat haar tenniscarrière op dat moment in de lift zat besloot ze toch op de uitnodiging in te gaan en werd geselecteerd voor het Europees kampioenschap, waar ze met het Nederlands team de gouden medaille veroverde.
In 1998 diende ze een keus te maken tussen het basketbal en het tennis, omdat de trainingen en wedstrijden vaak tegelijkertijd plaats vonden kon ze de twee sporten niet langer combineren. Uiteindelijk viel de keus op tennis, omdat daar naar eigen zeggen een grotere uitdaging lag.
In het revalidatiecentrum had ze al enigszins kennisgemaakt met rolstoeltennis. Degene die haar daar begeleidde was op dat moment (1994) bezig een eigen club op te zetten in Nieuwegein en het leek haar wel leuk om bij een club te gaan trainen.
Slechts een aantal weken had ze tennisles, toen ze werd benaderd door de toenmalige bondscoach Marc Kalkman. Hij vroeg haar deel te nemen aan een internationaal jeugdtoernooi in Frankrijk. Op dat toernooi speelde de wereldtop en werd er tegelijkertijd een jeugdtoernooi georganiseerd. Voor het eerst nam ze deel aan wedstrijden en was meteen verkocht. Meteen reikte ze tot de halve finale van het toernooi, waarin ze werd uitgeschakeld door landgenote Sonja Peters die eveneens haar eerste toernooi speelde. Vanaf dat moment trainde ze mee bij Kalkman en speelde ze ook enkele toernooien in Nederland.
Drie jaar gingen er voorbij waarin ze uitsluitend aan toernooien in Nederland deelnam, totdat Kalkman het tijd vond worden eens te kijken hoe ze er internationaal voorstond. Eind 1996 speelde ze dan ook haar eerste internationale toernooi in België. Ze presteerde naar behoren en kon redelijk meekomen met de wereldtop. Het was een zware tijd voor Vergeer die in die tijd ook nog basketbalde en op school zat. Het voordeel van de tennistoernooien in Europa was dat ze allemaal in de zomervakantie vielen.
Er dienden zich kansen aan om deel te nemen aan de Paralympics 2000 in Sydney. Er werd besloten nog serieuzer met de sport om te gaan en ze vertrok naar de Verenigde Staten om aldaar voor het eerst deel te nemen aan de US Open . Een gemotiveerde Vergeer verraste de wereldtop en won bloot het toernooi, waardoor ze meteen steeg van de vijftiende naar de tweede plek op de wereldranglijst. Later in 1998 bereikte ze ook de eerste plaats, maar moest de plaats ook weer afstaan aan de Australische Daniela Di Toro.
In 1999 veroverde ze de eerste plaats weer terug en in 2000 was ze superieur op de Paralympics, waar ze geen enkele set afstond en zonder problemen de gouden medaille wist te winnen. In het dubbelspel won ze haar tweede gouden medaille door samen met Maaike Smit de finale te winnen. Een aantal weken later won ze voor het derde jaar op rij de NEC Wheelchair Tennis Masters, het eindtoernooi van het tennisseizoen waar alleen de top 8 voor in aanmerking komt in zowel het enkel- als het dubbelspel.
Nadat Vergeer in 2001 de finale van het Ericsson Open verloor, verloor ze tot en met 2004 nog slechts één wedstrijd in 2003. Verder won ze ieder toernooi waaraan ze meedeed, inclusief de Paralympics 2004 waar ze opnieuw twee maal goud wist te winnen. Twee maal, aangezien ze samen met Maaike Smit ook in het dubbelspel aan de weg bleef timmeren. Deze uitmuntende prestaties leverde haar in 2002 en 2008 de sportoscar van de Laureus World Sports Awards op en in 2002, 2003, 2005 en 2010 werd ze verkozen tot gehandicapte sporter van Nederland. In november 2010 behaalde ze haar 401e overwinning op rij, en haar 103e toernooi op rij, in het enkelspel, door het NEC Masters in Amsterdam op haar naam te schrijven.
De handicap die Vergeer heeft is een dwarslaesie (L3). Haar favoriete ondergrond is hardcourt en haar favoriete slag is de forehand. Ze slaat rechtshandig en speelt het liefst aanvallend. Vergeer geeft met enige regelmaat clinics in het gehele land. Anno 2006 is haar coach, de bondscoach Aad Zwaan.
Esther Vergeer heeft voor de achtste keer de Australian Open op haar naam geschreven.
In de finale liet de 29-jarige Nederlandse, die voor de achtste keer triomfeerde in Melbourne, geen spaan heel van de als tweede geplaatste Daniela di Toro uit Australië. Vergeer won met 6-0 en 6-0.
Het verschil in klasse was wel heel schrijnend, tot frustratie en teleurstelling van de Australische die dus zelfs niet één game wist te maken. Vergeers coach Sven Groeneveld zag het op de tribune van de Margaret Court Arena allemaal glimlachend aan. Vergeer heeft al sinds januari 2003 geen partij meer heeft verloren.



No comments:

Post a Comment